klassenmanagement
Protocol Klassenmanagement
· Waarom een protocol?
Om afspraken vast te leggen over hoe de leerkracht e.e.a. organiseert in zijn/haar klas.
Het streven is te komen tot een herkenbare “huisstijl”, gebed in het aanwezige pedagogische klimaat.
Inventarisatie van informele afspraken.
Bij binnenkomst van de leerlingen in de klas geven de leerlingen de leerkracht een hand en kijken hem/haar daarbij aan. Hetzelfde bij het verlaten van de school.
Jassen hangen aan de kapstok.
Tassen blijven op de gang.
Eten en drinken gaan de klas in , in bakjes met naam.
Leerlingen gaan naar hun plaats.
De leerkracht heet de leerlingen welkom en start met het vaste, dagelijkse opstartprogramma, dat te maken heeft met tijdsbesef.
Hierna volgt uitleg over het rooster van de dag. In de jongste groepen (kleuters en onderbouw) wordt dit visueel ondersteund. De overige groepen krijgen een tekstueel aanbod.
Werkinstructie ter voorbereiding op een goede werkstart m.b.t.:
Het klaar hebben liggen van pen, potlood, gum e.d..
Het uitdelen van de (afteken)werkkaarten.
Het uitdelen van de rood/groen kaartjes c.q. vraag om al of niet hulp nodig hebben.
Werk laten uitdelen door een leerling die de weekbeurt heeft.
De leerkracht haalt werk op i.v.m. aftekenen werkkaarten c.q. controle op
werkuitvoering en werkinzet.
Daarnaast klassenorganisatie n.a.v. rooster niveaugroepen rekenen (Invoering Wis en Reken)
Niveaugroep van 3 à 5 leerlingen ontvangt instructie buiten de klas, gegeven door de leerkracht.
De onderwijsassistente draait de rest van de groep met een lesprogramma.
Organisatie eten in de klas is als volgt:
Handen wassen.
Placemat op tafel.
Eten uit lunchbakje (met naam) halen.
Als alle leerlingen eten op tafel hebben wenst de leerkracht ze smakelijk eten. De kleuters doen dat middels een liedje.
Tijdens het eten wordt er niet gelopen en niet gepraat.
Als de eettijd voorbij is geeft de leerkracht dat aan en laat de leerlingen stap voor stap e.e.a. opruimen.
Organisatie buiten spelen:
Alle leerlingen die alles opgeruimd hebben zitten weer aan een lege tafel en gaan een voor een op indicatie van de leerkracht in de rij voor de klassendeur staan.
De leerkracht loodst de leerlingen naar de gang, waar zij hun jas aandoen en zich wederom opstellen voor de (klap)deuren en tot slot de schoolvoordeur.
De leerkracht loopt vooraan in de rij bij de groepen i.v.m. het rustig de trap aflopen.
De leerlingen lopen naar buiten tot het omringende schoolhek en vervolgens over de stoep naar de speelgelegenheid.
Onder toezicht van 2 personeelsleden (middels wachtrooster) wordt er gespeeld in de speeltuin/op straat. (De doodlopende weg tussen de gele strepen wordt afgezet door pilonnen.
Als de pauze voorbij is stellen de leerlingen zich op een vaste plek op en gaan o.l.v. de